Turkije: De brug van Azië naar Europa

Dogubayazit – Karakocan – Cappadocia – Istanbul – Gokceada

De hoofddoek kriebelt letterlijk op ons hoofd op het moment dat we de grens met Turkije naderen. Straks mag de doek af, maar eerst moeten we zorgen dat we onze jerrycans gevuld met diesel de grens over smokkelen. Diesel in Iran is spotgoedkoop, Turkije daarentegen is een van de duurste landen ter wereld (1,70 Euro). Medereizigers geven aan dat het lastig is diesel mee te smokkelen over de grens, maar als ware budget travellers is de rekensom snel gemaakt en durven we het risico ‘leeggieten van de jerrycans aan de grens’ wel te nemen. Voordat de grote smokkel plaatsvindt, wordt ons geduld eerst flink op de proef gesteld. Het wordt onze langste grensovergang ooit, namelijk 4,5 uur.

We staan alleen al in Iran 3 uur in de rij om het land uit te mogen. In die rij probeert een douanebeambte nog wat bij te verdienen door ons het ‘exitbriefje’ in ruil voor 30 Euro te geven, terwijl dat eigenlijk gratis zou moeten zijn. Rustig, maar streng kijken we hem aan. Wie denkt hij dat wel niet dat hij voor zich heeft? Waarom zouden we hem betalen om het land uit te mogen? Al nee knikkend, zakt hij naar 20 Euro. Tevergeefs, hij geeft het briefje en druipt af. Aan ons valt niets te verdienen…..In het stukje niemandsland, staan we vervolgens ook nog eens een uur stil. Bijzonder is wel dat we daar geholpen worden door twee vrouwelijke beambten, zonder hoofddoek, toch durven wij onze doek nog niet af te doen. De Turkse beambten zijn veel minder snel met het papierwerk dan gehoopt, maar belangrijker, wat doen ze met de 60 liter diesel boven op ons dak? En dan ineens gaat het heel snel, er wordt even achter in de auto gekeken, onze documenten worden afgetekend, en we mogen doorrijden, Turkije in…het land van Koerden, gastarbeiders, turks brood en wederom kebab! De hoofddoek mag eindelijk af en we hebben 60 liter goedkope diesel mee!!!!

Slechts 40km na de grens ligt onze eerste Turkse bestemming, Dogubayazit. We rijden naar de camping tussen de bergen en worden hartelijk ontvangen met thee door Yussef. Het weer is de hele dag al wat minder en ‘s avonds zet de regen flink door. Gelukkig kunnen we ook in de auto slapen, dus de tent laten we even voor wat het is. Het is een hele grappige camping, volledig omgeven door boerderijdieren die over het terrein struinen en Koerdische families die overal aan het bbq-en zijn. Voordat we überhaupt uitgepakt zijn, worden we al uitgenodigd bij een familie om gezellig mee te eten. Daar zijn we zeker aan toe na die lange dag aan de grens. Niemand spreekt goed engels, maar met handen en voeten komen we een behoorlijk eind. Aardige mensen en we worden volgestopt met lekkere kippenpootjes, salade en brood. Wederom die gastvrijheid die ons in Nederland zo onbekend is. Keer op keer blijft dit ons positief verbazen, in welk land we ook zijn. Kunnen we hier wat van meenemen naar Nederland? Kunnen we ons ook wat vaker op die manier open stellen? Het zit gewoon niet in onze genen…of houden wij onszelf dit voor?

Op de camping stippelen we de rest van onze Turkije-trip verder uit. Er is ontzettend veel te zien in dit land, maar de brandstof is ontzettend duur en we hebben ‘maar‘ 2,5 week waarin we ook 2000km van oost naar west moeten doorkruisen. Via een kennis van de vader van Madelon zijn we uitgenodigd om bij zijn Koerdische familie langs te gaan. We verwerken het in ons routeplan en de volgende dag gaan we op pad. We hebben er weer net zoveel zin in als altijd. Mooi gevoel is dat, het reizen verveelt ons geen minuut en we stappen telkens weer met een lach, vier flessen water, koekjes en brood de auto in. Het wordt een geweldige rit richting Bingol/Karakocan. Door de bergen en langs het prachtig lichtblauwe meer ‘Van’. Dat is nou zo heerlijk aan reizen met de auto, als we trek krijgen, sturen we Tilles een verlaten zandweggetje op en genieten van een heerlijke lunch aan het meer.
Aan het einde van de dag worden we, volgens afspraak, in Karacocan opgewacht door Baky. Baky, hoofd van het gezin, stapt bij ons in en leidt ons de weg naar het huis van zijn familie. Al snel blijkt dat er weinig Engels of Nederlands bij Baky te bekennen is. Na 30 minuten rijden, vele gaten in de weg en ver weg van de bewoonde wereld, vraagt Madelon of er al enig zicht is op zijn huis. Baky geeft ons een grote glimlach en meer dan dat komt er niet uit..aii..vol goede moed rijden we verder. Uiteindelijk ligt 25km verderop hun huis. Echt in the middle of nowhere, in een prachtige omgeving, worden we ontvangen door een warm welkomstcommitee van oma, moeder, nichten en neven. Thee, brood en kaas wordt gelijk voor ons klaar gezet en een meisje van 13 wordt opgetrommeld als ‘tolk/vertaler’. Al snel leren we dat het halve dorp uit gastarbeiders bestaat, die hier nog wel een ‘zomerhuis’ hebben en dus jaarlijks hier naartoe terugkeren. Er staan letterlijk 12 huizen en 1 megamoskee, nog vrij nieuw ook en supermodern. Baky heeft 12 broers en zussen, waarvan er 5 broers in Nederland wonen. Hij zorgt namens het gezin voor zijn moeder, voor ons ‘oma’. Oma vindt ons mega interessant en zorgt goed voor ons. We krijgen mooi gebreide slofjes en ons bedje wordt gespreid, weliswaar op de grond, op de tapijten, maar we slapen heerlijk in de voor ons toch wel heel erg stille omgeving. Wederom die gastvrijheid. Als bedankje geven we onze Hollandse klompjes. Een kleinigheidje, maar toch iets….

Vanuit het Zuidoosten vervolgen we onze weg naar het midden van Turkije. Net als in India, is het hier de ene wegopbreking na de andere. Overal wordt aan de weg gewerkt. Voor het eerst worden we weer ingehaald door auto’s met Nederlandse en Duitse nummerborden. Veel Turken keren uit het westen terug naar hun familie voor de zomermaanden. Als ware Harley Davidson rijders steken we onze hand op naar elkaar bij het passeren. En nu begrijpen we weer waardoor het woord ‘Turkenbak’ is ontstaan. Hoe meer we naar het westen rijden, hoe meer oude Mercedez, BMW en andere patserbakken we tegenkomen, volgepakt met spullen. Ruim 4000 km van huis, blijft het bijzonder om landgenoten in de auto tegen te komen.
Het is wederom een dag vol bergen. Tilles kan haar lol op. Cappadocia ligt in Midden-Turkije en bestaat uit een enorm rotsgebergte, ontstaan door vulkaan uitbarstingen tig jaar geleden. Met als resultaat voor ons een camping met geweldig uitzicht, kortom weer een ‘tent with a view’. Het weer valt tegen. Het is bewolkt, koud en af en toe een regenbui. Nu pas merken we hoe gewend we zijn aan het altijd zonnige weer tijdens deze reis. Til is niet echt een wagen voor regen, wind en kou. Als sneue types spenderen we een dag in de auto op de bestuurders en bijrijders stoel. We moeten erg om onszelf lachen. Moet je toch ook een keer meemaken dit. Nooit hebben we na hoeven denken over regen, wind of kou. Wat een luxe. Dat terwijl Nederland de slechtste zomer in 25 jaar heeft. Echt een contrast. We kletsen gezellig bij met de familie via Skype. Die hebben we sinds begin Iran niet meer gesproken.
Wat is er toch veel veranderd in 15 jaar tijd op het digitale vlak. In de oude tijd (toen wij als jonge meisjes lang op reis gingen naar Australië en Amerika) ging de communicatie via collect call of telefoonkaarten. Nu gebeurt alles via Skype. Het enige dat je nodig hebt is een wifi-verbinding. Tijdens onze reis is er bijna overal standaard wifi inbegrepen. Wij betalen dus helemaal niets meer voor al dat bellen. Vind je het gek dat het met KPN zo slecht gaat. En dan kun je elkaar ook nog eens zien via videoskype. Dat is pas een leuke manier van contact. Met als enige nadeel dat je door al die digitale ontwikkelingen minder het idee hebt dat je van de echte wereld bent verwijderd. Door Facebook, email en Skype ben je altijd op de hoogte en bereikbaar. Eigenlijk hebben we, buiten fysiek contact, dus helemaal niets gemist als we straks weer thuis komen.
‘s Ochtends om 6 uur worden we wakker van een vreemd soort geluiden. Snel zippen we de rits van de tent open en kijken naar het prachtige uitzicht over de vlakte met opkomende zon. Boven ons hangen zo’n 50 luchtballonnen. Indrukwekkend al die ballonnen bij elkaar. Wat zullen die een overweldigend uitzicht hebben.
Die dag wandelen we door het Openlucht museum in Cappadocia. Het krioelt er van de toeristen. Waar komen al deze mensen toch vandaan? Die staan in ieder geval niet op onze rustige camping. Na 15 minuten besluiten we dat het museum veel te druk is en de grotten lang niet zo indrukwekkend zijn als verwacht. De zon laat zich zachtjes aan zien, kortom hoog tijd om even  een uurtje bij het zwembad te bakken en de toeristen madness te laten voor wat het is.

De reis gaat verder naar het Westen, zo’n 750km verderop ligt Istanbul. Een stad waar we allebei erg naar uit kijken. Veel over gelezen, veel over gehoord. We vinden ons vooruit geboekte hotelletje in de binnenstad vrij gemakkelijk. Voor het eerst bevinden we ons tussen hele groepen westerse toeristen. Tilles vangt veel aandacht op straat. Mensen stoppen om naar de wereldkaart te kijken of maken een foto. Op de wereldkaart hebben we sinds kort de route getekend die we hebben gereden, dat verduidelijkt een hoop voor de nieuwsgierigen. Dank voor de goede tip Marion! En ook de hoteleigenaren zijn druk bezig met de veiligheid van Tilles. Fijn is dat toch. Voor ons een zorg minder in een wereldstad. Overal in de stad vind je ‘rooftop’ terrasjes waar je heerlijk kunt ontbijten, borrelen etc. Erg leuk en het weer is er perfect voor. Istanbul ligt aan de zee en aan de Bosporus waardoor er een heerlijk Mediteraans zeewindje waait. Wat nou zo leuk is aan deze stad is dat alle typen toeristen door elkaar heen bewegen. Hoe opmerkelijk. Je ziet de burka’s, chadors, heupbroekjes, hoge hakken, witte klapkuiten, bierbuiken etc..Het is echt een stad op het Europese land vastgeklikt aan Azië en het Midden-Oosten. Er zijn prachtige moskeeën, maar waar wij met name geïnteresseerd in zijn, zijn de kleine wijkjes waar de locals zich bevinden. Het doet ons erg denken aan Barcelona of Madrid qua cultuur. Overal kleine drukke cafeetjes, lekkere muziek en moderne mensen. Voor ons te gek om weer mee te maken na landen als India, Nepal, Pakistan en Iran. Suzanne heeft nog een verjaardagskadootje op de plank liggen wat ingezet kan worden voor een etentje. We zoeken via tripadvisor een mooi restaurant, trekken onze mooiste kleren aan (das nogal lastig na al die maanden in een gare kist te liggen) en stappen de metro in. Het restaurant bevindt zich bovenin een luxe hotel met een geweldig uitzicht over Istanbul. En wat een lekker westers eten en niet te vergeten wat een heerlijke witte wijn. Dit is de tweede keer dat we wijn drinken in ruim vijf maanden tijd. Zalig! Istanbul is zeker een aanrader als weekendtrip. Wel vinden we dat je er weinig van de echte Turkse cultuur meekrijgt. Het is helemaal ingericht op het toerisme. Daarom besluiten we de laatste nacht naast het park te parkeren en in Tilles te slapen. Spotgoedkoop en zo maken we nog wat mee van de Turkse picknick-families die het park op zaterdag en zondag bevolken. We parkeren Tilles naast een Duitse overland truck en gaan lekker wat eten. Terwijl we teruglopen naar de auto kan Madelon de sleutel nergens vinden. ‘Suz heb jij deze dan niet’? Een lichte paniek breekt uit bij Madelon. Zij is immers de laatste die gereden heeft. Oh nee hè? Wordt dit er weer eentje in de categorie ‘Vrouwen en auto’s?’ Ehm…even goed nadenken. Waar hebben we de sleutel voor het laatst gezien? De gordijntjes doen we altijd netjes dicht, maar met goed gluurwerk zien we de sleutel liggen…binnen, en alle sloten zijn dicht. De reservesleutel ligt natuurlijk ook binnen. Hoe makkelijk is het om bij Tilles in te breken? De opzichter van het parkeerterrein en onze Duitse buurman schieten ons gelijk te hulp. De eerste poging met platte latjes mislukt. Poging twee bestaat uit het openduwen van de deur met een soort beitel, terwijl de ander een stalen pennetje na binnenslipt. Spannend, gaat dit goed, zonder dat de deur wordt ontzet? Na wat pielwerk lukt het deze mannen om de deur open te krijgen. High Five! Iedereen weer blij. Jaja..ondertussen kunnen we een filmpje ‘Vrouwen en auto’s’ maken.

Na een rommelige nacht op deze parkeerplaats verlaten we het door ons geliefde Istanbul en rijden richting een klein eiland, 300 km ten zuidwesten van Turkije. Van alle Griekse eilanden, zoals Kos, Rhodos, Samos etc, die allemaal rondom de kust van Turkije liggen, heeft Turkije slechts twee eilanden ‘verworven’. Wij kiezen voor het meest rustige eiland waar we met de auto op het strand kunnen kamperen, Gokceada. De ferry doet er zo’n 1,5 uur over. Ook leuk voor Tilles, nog een keertje bootje varen. Aangekomen op de camping zien we al snel dat dit precies is wat we voor ogen hebben. Een mooie plek vlak bij de zee voor de ochtendduik, weinig faciliteiten voor het back to basic gevoel en weinig westerse toeristen, zodat we nog een beetje het gevoel hebben ver weg te zijn. De tent staat snel op en de koelkast kan lekker door koelen op de elektriciteit van de camping, zodat we snel kunnen genieten van een welverdiend koud biertje. Voordat we zitten, mist Madelon iets aan Tilles. Oh nee toch…waar zijn onze horens? Ze zitten niet meer op de bull-bar. De horens zijn duidelijk gestolen, omdat ze goed vast zaten en van de tywraps ieder spoor ontbreekt. We kijken nog een filmpje terug dat we 10km voor de ferry hebben geschoten, daar zien we de horens nog goed zitten. Ze moeten wel op de ferry zijn gejat, terwijl wij boven zaten. Wat een tegenvaller. Onze trofee uit Nepal. Verdwenen voordat we Nederland hebben gehaald. Dikke vette tegenvaller, maar goed het zij zo. Aangeven bij de politie lijkt ons niet zo zinvol. We zijn weer in het westen, dat is duidelijk.
Op het eiland doen we verder niet zoveel meer dan relaxen, zonnen en een beetje met onze leuke Bulgaarse buren kleppen. Het is voor de Bulgaren slechts 7 uurtjes rijden naar deze spot en hier kun je lekker kite- en windsurfen. Ze vinden onze reis te gek en met vier man sterk willen ze al onze filmpjes bekijken. We gaan weer even terug in de tijd. Zelfs wij kunnen ons nauwelijks voorstellen, dat we in Cambodja zoveel hebben beleefd, of dat we in de mega hitte tussen de toeterende auto’s in India stonden mee te toeteren. Heel waardevol om dat op film te hebben.
We zullen geen filmpje meer maken van Turkije of Europa. Het idee is om nog een eindfilm te maken die alles zal omvatten. Hier gaan we nog mee aan de slag en zodra deze af is plaatsen we het op onze site. Daarnaast zullen we nog een afsluitend blog maken over de ervaringen in Europa en over hoe het is om thuis te komen en weer thuis te zijn.
Het is een bizar idee dat we na ruim vijf maanden bijna thuis zijn. Van oost naar west rijden is ons allebei heel erg goed bevallen, omdat we nu de ‘evolutie’ naar Europa meemaken in cultuur, religie, economie etc. Het is leuk om over die veranderingen per land na te denken en samen te zoeken naar overeenkomsten en verschillen. Deze reis is in vele opzichten zo’n ontzettende verbreding van je gezichtsveld, daar halen we allebei heel erg veel uit. En dan zometeen weer vooruit. Ook daar zijn we wel weer klaar voor. We kijken er naar uit om iedereen weer te zien.
Op 27 juli zullen we aan het einde van de dag Amsterdam binnen rijden. Dan hebben we het gewoon echt gehaald! Weer slapen onder een dekbed, weer leven in een huis, weer de A4 rijden naar ons werk, weer koffie drinken met onze vriendinnen in de Jordaan, weer gezellige avondjes uit, gewoon weer de gewone dingen in ons gewone leven, helemaal niks mis mee en onwijs leuk!

6 thoughts on “Turkije: De brug van Azië naar Europa

  1. Niets gemist als jullie thuis komen?….wat dacht je……de A4 heeft geen files meer!!!
    Prachtig, al die hete luchtballonnen.Zal er spectaculair uit hebben gezien,in het echt.
    Hopelijk kunnen wij al die mooie gastvrijheid die jullie onderweg zijn tegengekomen een beetje goed maken! We gaan alvast oefenen. Tot heel snel.

  2. Ik wilde ook al reageren op die “snoezige”slofjes, schattig hoor. Leuk verhaal weer en mooie foto’s. See you friday. lfs Nan

  3. Wat zijn die maanden snel gegaan… En wat hebben jullie veel meegemaakt! Ge-wel-dig! Home sweet home :-)

  4. Hoi Madelon en Suzanne,
    Wat een prachtig verhaal, en wat hebben jullie ontzettend veel meegemaakt. Ik las af en toe even jullie blog door (lekker op het werk, dan had ik even het idee ook op vakantie te zijn). Helaas zit het er alweer bijna op, dit weekend weer in Nederland. Wat zullen tante Wil, ome Ton en Niels blij zijn dat jullie er weer zijn. Wie weet, tot snel! Liefs Suus (van neefje Bas Ol)

  5. Het zit er weer op voor jullie. Ik heb genoten van de verhalen, foto’s en filmpjes. Dank juliie wel voor het meereizen! Ben nog wel nieuwsgierig naar het laatste hoofdstuk.

Laat een reactie achter bij Wil en Ton Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

*

De volgende HTML tags en attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>